Worteltaart

Bereidingswijze

- Bekleed de bodem van de springvorm met bakpapier en vet de springvorm in. Maal de amandelen fijn in de keukenmachine en doe ze in een kom. Schil de wortels met een dunschiller en schaaf er 12-15 lange linten af. Houd deze apart. Rasp de rest van de wortel op een grove rasp of in de keukenmachine.

- Verwarm de oven voor op 175°C. Klop in een kom de boter met drie vijfde van de suiker met de handmixer tot een bleke crème. Klop één voor één de eieren erdoor en voeg vervolgens al kloppend de bloem, speculaaskruiden en gemalen amandelen toe. Klop alles tot een glad beslag.

- Spatel de geraspte wortel en een volle eetlepel sinaasappelrasp door het beslag en doe het beslag in de vorm. Strijk de bovenkant glad. Schuif de vorm een richel onder het midden in de oven en bak de taart in 40-50 minuten gaar.

- Breng intussen in een kleine pan het sinaasappelsap met de overige suiker aan de kook en los de suiker al roerend op. Leg de wortellinten in deze suikerstroop. Laat ze 2-3 minuten pruttelen tot ze omhuld zijn met een glanzend laagje. Schep de wortellinten met een schuimspaan op een bord en laat ze afkoelen. Laat ook de suikerstroop afkoelen.

- Laat de taart 5 minuten in de vorm afkoelen. Verwijder vervolgens de vorm en laat op een rooster verder afkoelen. Klop in een kom de slagroom met Griekse yoghurt, 3 eetlepels suikersiroop en slagroomversteviger stijf. Zet de slagroom tot gebruik afgedekt in de koelkast.

- Halveer de taart in 2 lagen en besprenkel de snijvlakken met wat van de sinaasappelsiroop. Bestrijk de onderste taartlaag royaal met abrikozenjam. Leg de bovenste taartlaag erop. Bestrijk de bovenkant en zijkant van de taart royaal met slagroom en garneer met de wortellinten.