Gepaneerde kipschnitzels met gepocheerd ei

Bereidingswijze

- Snijd de sneetjes witbrood in stukjes. Maal het brood met amandelen en kerriepoeder tot een fijn kruim en doe dit over in een diep bord. Leg de kipdijfilets één voor één tussen twee velletjes plasticfolie en sla ze met de deegroller tot platte schnitzels. Wrijf de schnitzels in met zout en versgemalen peper en laat ze even liggen.

- Klop in een diep bord een ei los. Haal de kipschnitzels eerst één voor één door het ei en wentel ze daarna door het broodkruim. Zorg dat ze rondom goed bedekt zijn met een laagje kruim en druk dit goed aan.

- Verwarm de boter in een grote koekenpan en bak de kipschnitzels op matig hoog vuur in 12-15 minuten goudbruin en gaar. Keer ze af en toe voorzichtig met een spatel. Knip de peterselieblaadjes van de takjes en meng ze in een kom met azijn, olijfolie en een snufje zout.

- Kook intussen in een pan met ruim kokend water met wat zout de peultjes in 4 minuten beetgaar. Breng in een hapjespan een flinke laag water met wat zout tegen de kook aan. Breek 4 eieren één voor één in een kopje en laat ze in het water glijden. Pocheer de eieren 3-4 minuten tot het eiwit gestold is, maar het geel nog vloeibaar.

- Spoel de peultjes onder koud water af en laat ze uitlekken. Verdeel de peultjes over de borden. Leg de kipschnitzels erop. Verdeel in het midden van de schnitzel wat peterseliesalade en leg daarop een gepocheerd eitje.